Geothermie, ofwel aardwarmte, is een duurzame energiebron die gebruik maakt van warmte, die van nature aanwezig is in de diepe ondergrond (1500-4000m) van de aarde. Klik hier voor meer informatie.
In het kort: Grondwater wordt steeds warmer als je dieper de aarde in gaat. Bij aardwarmtewinning wordt warm water uit de ondergrond opgepompt. Het opgepompte water blijft in een gesloten circuit, via warmtewisselaars wordt de warmte overgedragen op leidingwater dat wordt vervoerd met het warmtenet. Als de warmte uit de aardwarmte is overgedragen via een warmtewisselaar wordt het direct weer teruggevoerd naar de ondergrond. Via een verdeelstation wordt het verwarmde leidingwater naar woningen en gebouwen vervoerd en wordt het afgekoelde water weer teruggevoerd naar de aardwarmte-installatie. Een woning of bedrijf wordt op het warmtenet aangesloten via een ontvangststation (ook wel warmte-unit genoemd) in het huis of gebouw.
Afgelopen jaren is er veel kennis en ervaring opgedaan in de geothermie sector in Nederland. Inmiddels zijn er meer dan twintig plaatsen in Nederland waar aardwarmte wordt gewonnen. Ook in het buitenland zijn vele goede ervaringen. Het is echter nog steeds van belang om voor elk project naast de kansen ook de risico’s in beeld te brengen en voldoende maatregelen te nemen.
Naast Geothermie Delft, zijn er ook op andere locaties in regio Haaglanden er vanuit onze organisatie aardwarmteprojecten (in ontwikkeling)
Zie de pagina voor- en nadelen aardwarmte.
De warmtewet bepaalt dat aardwarmte niet duurder mag zijn dan verwarming met aardgas. De kosten van aardwarmte zijn stabiel en voorspelbaar; de grootste kostenpost is de voorbereiding en aanleg van het systeem. Die kosten zijn eenmalig.
Een aardwarmtebron heeft als voordeel dat het energieaanbod onafhankelijk is van externe factoren zoals weersomstandigheden (wind, zon, etc.) Daardoor is de betrouwbaarheid en stabiliteit van een aardwarmtebron hoog. Er zullen momenten zijn dat er onderhoud wordt gepleegd aan het aardwarmteproject waardoor er geen warmte kan worden geleverd. De warmtelevering zal wel met conventionele warmte dan gewoon doorgaan.
Geothermie, een andere term voor aardwarmte, wordt beschouwd als een van de meest duurzame vormen van warmteproductie. Aardwarmte is op meerdere manieren een duurzame bron van energie. Ten eerste is de voorraad die in de aarde zit nagenoeg onuitputtelijk. Door natuurlijke processen in de kern van de aarde is het water herbruikbaar (want het wordt steeds opnieuw opgewarmd). Wel zal de temperatuur van de hete grondlagen door de productie van aardwarmte over een termijn van enkele tientallen jaren lokaal afnemen, een daling die zich weer zal herstellen als de putten uit productie wordt genomen. Ten tweede komt bij de productie van aardwarmte nauwelijks CO2 vrij. Er komt bij de winning van geothermisch water ook wat opgelost gas mee omhoog. Voor Geothermie Delft is het plan om dat gas in het gasnet in te voeden waardoor dus minder ander aardgas wordt gebruikt. De gebruikte elektrische pompen gebruiken natuurlijk elektriciteit en tenzij die duurzaam is opgewekt, komt daar enige CO2-uitstoot bij kijken.
In vergelijking met een CV-ketel op aardgas is de CO2-uitstoot van een geothermiebron zo’n 90% lager. Daarmee is geothermie één van de meest duurzame warmtebronnen. De CO2 die indirect vrijkomt ontstaat door het produceren van de materialen voor de put, tijdens het boren van de put en bij het oppompen van het water. Deze uitstoot wordt in enkele maanden gecompenseerd of teruggewonnen door de fossiele energie die dankzij de geothermische energie wordt bespaard. Als een geothermiebedrijf groene elektriciteit gebruikt voor de productie ligt de uitstoot nog lager, en is de CO2-uitstoot uiteraard sneller gecompenseerd. In 2018 zorgde het totaal van alle bronnen naar schatting voor een CO2-besparing van 190.000 ton per jaar en een aardgas-besparing van 102 miljoen m3 per jaar.
Juist niet. Het is één van de meest duurzame energiebronnen. Bovendien wordt het water weer in dezelfde bodemlagen teruggebracht zodat er netto niets uit de bodem verdwijnt. Wel zal de temperatuur in de diepe ondergrond over een termijn van enkele tientallen jaren lokaal met enkele graden afnemen. Als een aardwarmteproject stopt zal deze temperatuur afname zich weer herstellen.
Van grote delen in Nederland weten we al hoe de ondergrond eruitziet. Dankzij onderzoek voor de olie- en gaswinning is sinds de jaren vijftig al veel bekend over de samenstelling van de bodem. Deze gegevens staan in het databestand ThermoGIS. Van een aantal gebieden zijn nog geen gegevens, terwijl deze kansen bieden voor aardwarmte. Voorbeelden hiervan zijn Haarlem en Amsterdam. In die gebieden kan seismisch onderzoek uitsluitsel bieden.
Om aardwarmte te benutten moet er in de buurt een warmtenet zijn. Dit is een leidingnet dat het warme water van de winningslocatie naar de afnemers brengt en het afgekoelde water terugvoert naar de winningslocatie. Een woning of bedrijf wordt op het warmtenet aangesloten via een ontvangststation, een kastje met een warmtewisselaar in het gebouw of de woning.
Een warmtenet is vergelijkbaar met centrale verwarming op het niveau van een wijk, bedrijventerrein of zelfs een hele stad. In plaats van zelf water te verwarmen met een cv-ketel komt er warm water vanuit de warmteleiding via het aansluitpunt in het pand.
Aardwarmte wordt geleverd via een warmtenet, dit betekent dat de gebouwen een aansluiting krijgen op een warmtenet. Soms zijn aanpassingen aan de warmteafgifte apparatuur (leidingen, radiatoren) nodig. Mogelijk is het nodig om het gebouw te isoleren om het geschikt te maken voor een warmtenet met aardwarmte met een temperatuur tussen de 55 en 75 graden).
Nee, want het proces van aardwarmtewinning is fundamenteel anders dan gaswinning: al het opgepompte water uit de diepe ondergrond gaat ook weer terug in diezelfde ondergrond. Bij gaswinning wordt het gas onttrokken uit de ondergrond en daardoor ontstaat een drukverlaging die kan leiden tot bodemdaling en in sommige gevallen tot trillingen of bevingen zoals in Groningen. Bij geothermie uit de diepe zandsteenlagen zoals in Delft (en in het Westland en Pijnacker) is de kans op trillingen door aardwarmtewinning zeer klein omdat al het opgepompte water ook weer in dezelfde diepe ondergrond teruggepompt wordt. Het volume- en drukverschil is daardoor minimaal.
In theorie kunnen bij aardwarmtewinning wel kleine spanningsverschillen ontstaan door geleidelijke afkoeling van de ondergrond. Tot op heden heeft dat niet geleid tot bevingen of trillingen in geothermieprojecten in Nederland. Desalniettemin wordt dit risico meegenomen in de vergunningverlening. Bij Geothermie Delft wordt vanuit het onderzoeksprogramma van de TU Delft ook extra monitoring gedaan om de mogelijke (micro)effecten in kaart te brengen.
Meer hierover is te lezen bij veiligheid & risicobeperking.
Voor projecten die van een diepte van 500 meter of meer warmte winnen geldt de Mijnbouwwet en is er een vergunningsplicht. De kans bestaat dat er bij een geothermieproject olie en/of gas worden aangetroffen en daarom zijn dezelfde voorzorgsmaatregelen van toepassing als bij projecten in de olie- en gasindustrie. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is de toezichthouder voor álle mijnbouwactiviteiten, dus ook voor geothermie. Ze zijn gevestigd in Den Haag. Meer informatie is te vinden op sodm.nl
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) houdt zich bij het monitoren van geothermische projecten voornamelijk bezig met de volgende onderwerpen:
Voor een geothermiesysteem zijn diverse vergunningen vereist. Alle regels die betrekking hebben op het opsporen, winnen en opslaan van delfstoffen en aardwarmte zijn vastgelegd in de Mijnbouwwet. Vanaf 1 juli 2023 geldt er wet- en regelgeving specifiek voor aardwarmte. Daarnaast is kennisdeling en -borging van aardwarmte verankerd in de wijziging van de Mijnbouwwet middels een verplichte deelname in nieuwe geothermieprojecten van Energie Beheer Nederland (EBN) in geothermieprojecten. De minister van Economische Zaken en Klimaat is het bevoegd gezag voor vergunningverlening voor aardwarmte en Staatstoezicht op de Mijnen is de toezichthoudende instantie. Gemeenten en provincies hebben bij meerdere benodigde vergunningen een adviserende rol richting het Ministerie.
Een uitgebreidere uitleg is hier te vinden.
Aardwarmte wordt beschouwd als midden temperatuur warmte. Alternatieven zijn restwarmte uit de industrie of afvalverbranding. Dit is veelal hoge temperatuur warmte. Daarnaast elektrische energie of warmte uit biomassa of energie uit wind en zon. Lage temperatuur warmte is te genereren via grondwarmte- of luchtwarmtepompen, en uit oppervlaktewater (aquathermie), riolering (riothermie) of drinkwaterleidingen.
Aardwarmte is een (hoofdzakelijk) duurzame energiebron en kan zodoende bijdragen aan de energietransitie, de overgang naar duurzame energiebronnen. Gemeenten hebben een hoofdrol in de regie van de energietransitie. Zie ook Hoe past aardwarmte in de regionale energiestrategie?
Na meerdere tientallen jaren kan door het gebruik een put minder presteren en/of kan de technische toestand (corrosie of juist aanslag) buitengebruikstelling nodig maken. Doel is dan om de oorspronkelijke situatie in de ondergrond zoveel mogelijk te herstellen. Dit gebeurt via het deels afvullen van de putten met beton en het verwijderen van het bovenste deel van de putten en alle bovengrondse installaties. Het is echter óók denkbaar dat met een nieuwe put de warmtewinning weer door kan gaan. Dat hangt af van de geologie op die plek en de (technische) ontwikkelingen.
Meerdere factoren bepalen de (maximale) grootte van een bron. Meestal wordt gekeken naar de capaciteit van een geothermisch reservoir, waar de geothermische bron een onderdeel van is. Allereerst zijn de samenstelling en temperatuur van het reservoir/ formatiewater en de omvang van het reservoir belangrijk. Deze bepalen de hoeveelheid energie die opgeslagen is. Daarnaast zijn van invloed: de porositeit (de hoeveelheid open ruimtes in een gesteente) en permeabiliteit (hoe goed de open ruimtes met elkaar verbonden zijn) van de gesteentelaag.
De aardwarmtewinnings-installatie bevindt zich op een omheind terrein. Hierop staat een gebouw voor de installaties zoals pompen en filters, ruimten voor opslag en een kantoor. Vanuit de omgevingswet is de aardwarmte-ontwikkelaar verplicht om zorg te dragen voor een goede landschappelijke inpassing van het terrein en de gebouwen. Op het terrein waar een aardwarmte installatie staat bevinden zich:
De uitvoering van het aardwarmte project bestaat uit een aantal fases. In de eerst fase werd de grond bouwrijp gemaakt. Daarna startte de boorfase en werden twee geothermieputten geboord. Nu volgt het realiseren van de geothermiecentrale en het gebouw, en als laatst de aanleg van het nieuwe warmtenet.
Geothermie Delft zet in op het voorkomen en beperken van overlast op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Onder bereikbaarheid verstaan we onder andere: verkeersveiligheid, verkeershinder, bereikbaarheid. Leefbaarheid gaat over bijvoorbeeld geluids-, licht, geuroverlast. En veiligheid gaat over de omstandigheid voor mens en milieu. Alle werkzaamheden voldoen aan de eisen die de omgevingsvergunning stelt op het gebied geluid, veiligheid en verkeer. Zo wordt er onder andere gezorgd voor een transportplan, geluids- en trillings metingen, geluidsschermen en verkeersregelaars op het bouwterrein. Het project zorgt verder voor voldoende informatie en een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is. Ook zijn en blijven we in gesprek met bewoners en bedrijven over hun belangen, vragen en zorgen.
Voor een tijdlijn van de planning zie ook Proces & Planning.
Voor het winnen en rondpompen van aardwarmte zijn twee boringen nodig, voor de injectie en productieput. De boorfase van het project duurde drie maanden. De boring vond plaats van juni tot en met november 2023. Tijdens deze periode werd er 24 uur per dag en 7 dagen per week geboord. De boorinstallatie die daarvoor nodig was, is na de boorfase weer verwijderd. De aardwarmtebron bevindt zich onder de grond.
Het boorproces ging gepaard met extra (zwaar) verkeer voor de aan- en afvoer van materialen. Er was ook meer geluid dan normaal, denk aan staal dat soms tegen staal aan stoot, het geluid van de elektromotor in de boortoren en het geluid van vrachtwagens. Door maatregelen, zoals het plaatsen van geluidsschermen en geluidsmeters, bleef het geluidsniveau binnen de wettelijke normen blijven die voor deze werkzaamheden gesteld zijn. Het terrein was verder dag en nacht verlicht en ook dit valt binnen de wettelijke normen die voor dit soort werken gelden. Bij het testen van de putten werd warm water gewonnen en afgevoerd naar een tijdelijk opslag, waardoor waterdamp zichtbaar kon zijn.
Ja. Om eventueel geluidsoverlast te voorkomen wordt er rekening gehouden met college- en tentamen perioden en worden zware werkzaamheden uitgevoerd buiten deze perioden. Ook zijn er geluidsmeters geïnstalleerd om continu het geluid te monitoren.
Nee. De krachten die een aardwarmte boring op de diepe ondergrond uitoefent, zijn te klein om tot voelbare trillingen te leiden.
De boring vond plaats van juni tot en met november 2023. Hiervoor was een boorvergunning afgegeven. Het resultaat is een technisch goed doublet(injectie- en productieput) waarbij goede reservoireigenschappen zijn aangetroffen. Zo is de doorlatendheid van de diepe ondergrond uitstekend, boven verwachting, en is de temperatuur van het formatiewater (water uit de diepe ondergrond) zo’n 76 graden Celsius.
De boring heeft langer geduurd dan verwacht. Dit was vanwege technische problemen in de ondergrond, wat niet ongebruikelijk is bij dit soort boorwerkzaamheden. Daarom hebben we het ondergrondse traject wat moeten aanpassen. De aangepaste plannen zijn tijdens het boorproces besproken met de toezichthouder. Deze aanpassingen zijn ook verwerkt in de vergunningsaanvraag.
De projectlocatie op het TUD campus terrein is gelegen tussen de Rotterdamseweg en de Leeghwaterstraat. In onderstaande kaart is de locatie weergegeven als een oranje rechthoek.
De warmte wordt in eerste instantie gebruikt om de gebouwen op de campus van TU Delft te verwarmen. Planning is dat later ook de wijken Voorhof en Buitenhof worden aangesloten.
Ja, ook woningen en bedrijfspanden in de wijken Voorhof en Buitenhof kunnen in de toekomst worden aangesloten. In samenwerking met Open Warmtenet Delft wordt gekeken hoe en waar in deze wijken warmte kan worden geleverd.
Ja, op verschillende manieren houden we de omgeving op de hoogte. Via informatiebijeenkomsten en individuele gesprekken betrekken we de directe omwonenden en belanghebbenden. Via de website informeren we over de ontwikkelingen op het gebied van vergunningen, bouw en realisatie, en onderzoek en innovatie.
We gaan uit van een levensduur van minstens 30 jaar. We verwachten echter dat de techniek snel blijft ontwikkelen zodat we de levensduur nog langer wordt.
De planning is dat we vanaf eind 2025 warmte kunnen leveren. Daar is nog veel voor nodig, waaronder het bouwen van de bovengrondse installaties. En het aanleggen door Netverder van het warmtenet naar de wijken Voorhof en Buitenhof in Delft. In het voorjaar van 2024 verwachten we een definitief besluit over dit warmtenet door de samenwerkende partijen. Besluiten ze dat het warmtenet er komt? Dan start NetVerder in 2024 met het aanleggen van de leidingen onder de grond. Als het netwerk van ondergrondse leidingen klaar is, sluit NetVerder de woongebouwen aan op het warmtenet. Dit gebeurt in verschillende fasen. De woningcorporaties verwachten dat de eerste woongebouwen in het najaar van 2025 gebruikmaken van de nieuwe warmte.
Wanneer de installatie normaal in bedrijf is, merkt de omgeving hier weinig van. Jaarlijks vindt er groot onderhoud plaats en maandelijks zijn er reguliere onderhoudswerkzaamheden. Tijdens onderhoud werkzaamheden zullen diverse transportbewegingen zichtbaar zijn en worden werkzaamheden op de boorlocatie en/of in de warmtekrachtcentrale uitgevoerd. Het type werkzaamheden zijn afhankelijk van het type onderhoud.
De aardwarmtecentrale wordt 24/7 beheerd en bewaakt door Aardyn, de operator. Aardyn heeft hier veel ervaring mee op andere aardwarmteprojecten in Nederland. De operatie gebeurt volledig automatisch en op afstand. Er zitten sensoren en veiligheidsmechanismen die continu monitoren en kunnen ingrijpen.
De aardwarmtecentrale staat in principe altijd aan (op een lage stand in de zomer als de warmtevraag heel beperkt is). Er zijn regelmatig onderhoudswerkzaamheden. Voorbeelden van onderhoudswerkzaamheden zijn visuele inspecties, regulier onderhoud en reparaties of het reageren op verstoringen en alarmen. Er is 1x per 2 jaar groot onderhoud, 3 weken in de zomer. Dan ligt de aardwarmtecentrale stil. Aardyn, heeft een gespecialiseerd onderhoudsteam dat hier verantwoordelijk voor is.
Geothermie geproduceerd uit poreuze zandteenlagen zoals in Delft (Westland, Pijnacker) in het algemeen is heel veilig onder andere vanwege het feit dat al het opgepompte water uit zeer grote diepte komt (> 2km) en al het water ook weer terug gaat in dezelfde laag. (Note: er zijn gevallen van andersoortige geothermie bekend waarbij bevingen zijn opgetreden. Dit zijn echter allemaal gevallen in een andere type ondergrond).
Als Geothermie Delft houden we de kans op ongewenste gebeurtenissen klein. Niets is geheel zonder risico en daarom besteden we veel aandacht aan het voorkomen van risico’s door die mee te nemen in het ontwerp en de locatie van de putten en monitoringsactiviteiten. De verschillende adviseurs van het Bevoegd Gezag, zoals TNO en Staatstoezicht op de Mijnen, hebben uitvoerig hiernaar gekeken als onderdeel van het vergunningsproces. Staatstoezicht op de Mijnen is de overheidsinstantie die toezicht houdt op de strikte naleving van regels door aardwarmtebedrijven en deze handhaaft. In de startvergunning zijn hier ook vereisten en adviezen voor opgenomen die Geothermie Delft zal opvolgen.
Mocht er toch iets onverwachts gebeuren, dan zijn er plannen en protocollen die in werking treden. Klik hier voor meer informatie of check de website van SodM.
Nee, fracking is een techniek om de doorlaatbaarheid van gesteente te vergroten, zodat bijvoorbeeld aardgas of olie makkelijker kan worden gewonnen. Het gesteente in waaruit Geothermie Delft warm water wint is van zichzelf doorlatend genoeg om een hoge productie te garanderen en er wordt dus geen fracking toegepast.
De kans op een kleine aardbeving is in beeld gebracht als onderdeel van de verplichte seismische gevaar en risicoanalyse. Seismiciteit is de trilling of schokkende beweging van de aardkorst wanneer er plotseling energie vrijkomt. De analyse toont aan dat de potentie van seismiciteit in dit gebied laag is. Er werd op basis van de aanwezige breuken, het ontworpen aardwarmtesysteem en de mogelijke aanwezigheid van natuurlijke aardbevingen, een risico ranking gedaan van het aardwarmte project. Negatieve gevolgen (voor natuur en milieu; en mensen/bebouwing) door bodemtrillingen worden daarom niet verwacht. Desalniettemin worden voor de startvergunning aanvullende eisen gesteld om een en ander te dubbelchecken. Daar geeft Geothermie Delft dan ook uitvoering aan.
Klik hier voor meer informatie over seismiciteit en monitoring.
Aardwarmte onttrekt geen materie permanent aan de ondergrond, zoals bij olie- en gaswinning. Bij de aardwarmtewinning in Delft wordt water opgepompt uit een diepe ondergrond laag op ruim 2 km diepte en weer teruggevoerd naar dezelfde diepe ondergrondse aardlaag. Er gaat dus nauwelijks iets bij of af in de ondergrond. Mede hierdoor is de kans op verzakkingen in de bodem door aardwarme minimaal. Het is goed te beseffen dat bodemdaling in West-Nederland al gebeurt, onder andere door inklinking van de ondergrond door wateronttrekking.
De aardwarmtecentrale wordt 24/7 beheerd en bewaakt door Aardyn. Dat gebeurt volledig automatisch en op afstand. Er zitten sensoren en veiligheidsmechanismen die continu monitoren en kunnen ingrijpen. In het geval van een incident/calamiteit kan de winning worden stopgezet met een druk op de knop.
In het geval van nood kan je zelf 112 bellen.
Het verstoren van het grondwater is ongewenst. Er zijn verschillende maatregelen genomen om die kans te minimaliseren en de putten worden geregeld gecontroleerd. Door de toepassing van de Industriestandaard Duurzaam Putontwerp worden er geen effecten op het grondwater verwacht. Door dit putontwerp kan continue gemonitord worden en kunnen eventuele maatregelen tijdig worden genomen. Hierdoor wordt het risico op lekkage naar zoete of brakke grondwaterlagen tijdens de productie weggenomen.
Het is bovendien verboden te boren door aardlagen waaruit drinkwaterproductie plaats vindt. Lang niet elke grondwaterlaag is immers geschikt (of nodig) voor drinkwater. In het westen van Nederland vindt (vanwege verzilting) sowieso geen drinkwaterproductie plaats uit grondwater.
Door GTD wordt niet door of in de buurt van drinkwatervoorraden geboord of gewonnen, dus is dat hier geen probleem.
Verder is dat met de ‘Industriestandaard Duurzaam Putontwerp goed geborgd. Begin 2021 is het standaard opgesteld door EBN en Geothermie Nederland. Met ingang van 2021 moeten alle nieuwe putontwerpen voor aardwarmteputten aan deze standaard voldoen. Geothermie Delft voldoet daaraan. Overigens wordt er niet geboord in drinkwatergebieden en is er in de afgelopen 10 jaar en ook daarvoor geen sprake geweest van enige drinkwatervervuiling door aardwarmte projecten.
Die keuze is nog niet gemaakt en is ook nog niet aan de orde. Eerst willen de projectpartners er voor zorgen dat het Warmtenet gerealiseerd kan worden. Daarnaast buigt de gemeente zich over de vraag hoe de uitbreiding van het Warmtenet in de wijken Voorhof en Buitenhof (fase 2) als project ingericht moet worden.
Geheel zeker is dat nog niet. Het streven van de projectpartners en de gemeente is echter nog steeds om begin 2024 het besluit tot aanleg te nemen. De geothermiebron wordt inmiddels aangeboord, de voorbereidingen voor de overige onderdelen (aanleggen Warmtenet, aansluiten woongebouwen) zijn in volle gang.
De woningcorporaties, NetVerder en GTD hebben na het uitstappen van Equans relatief snel weer een nieuwe partner gevonden. InWarmte is nu de nieuwe warmteleverancier voor het Open Warmtenet Delft. Geothermie Delft BV (GTD) neemt de ontwikkeling van de Warmtepompcentrale op de campus van de TU Delft over van Equans. Al met al heeft dit wel voor enige vertraging gezorgd in het project, maar de doelen en uitgangspunten voor het project zijn ongewijzigd.
De keuze voor InWarmte volgt na een selectieprocedure. InWarmte voldoet aan het gewenste profiel, onderschrijft het model van het Open Warmtenet Delft (warmtenet in publieke handen), heeft de juiste kennis en ervaring en is bereid deel te nemen aan het ontwikkelproces, dat zich al een vergevorderd stadium bevindt.
Equans heeft sinds 2022 een nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar, een grote Franse bouwonderneming, heeft besloten dat de ontwikkeling, bouw en exploitatie van grote warmtenetten niet in haar strategie past. Als gevolg daarvan kon Equans haar ambities als warmteleverancier voor het Open Warmtenet Delft niet langer waarmaken.
Equans heeft de samenwerking met haar partners in de ontwikkeling van het Open Warmtenet Delft beëindigd. Zonder warmteleverancier kan de warmteketen (bron, netwerk, afnemer) uiteraard niet functioneren. De woningcorporaties, NetVerder en GTD hebben met InWarmte de nieuwe partner, de nieuwe warmteleverancier voor het Open Warmtenet Delft gevonden.
De projectpartners hebben afspraken gemaakt met Equans over de wijze waarop Equans uit het project stapt. De belangrijkste afspraak betreft het door Equans opgestelde ontwerp van de Warmtepompcentrale en de vergunningsaanvraag voor deze centrale. Deze aanvraag staat nu op naam van GTD, terwijl deze oorspronkelijk op naam stond van Equans. In het kader van de overdracht heeft Equans een vergoeding ontvangen voor het geleverde werk.